Hoe kan je zelf sugar snaps zaaien, kweken en oogsten?

Sugar snaps zijn de ideale groente voor iedereen die houdt van een zoete, frisse smaak en een makkelijke teelt. Deze kruising tussen doperwten en peulen levert knapperige peulen op die je in hun geheel kunt eten – direct van de plant of verwerkt in salades, wokgerechten of stoofpotten.
Zelf sugar snaps kweken is eenvoudiger dan veel mensen denken. De planten groeien snel, geven rijkelijk oogst en doen het goed in de moestuin, kas én zelfs in een grote pot op het balkon. Bovendien brengen ze kleur en leven in je tuin met hun frisse groene bladeren en delicate witte bloemetjes.
Veel beginnende tuiniers vragen zich af: wanneer kun je sugar snaps zaaien? Kun je sugar snaps ook in een pot kweken? En hoe weet je wanneer ze klaar zijn om te oogsten?
In deze gids beantwoorden we al deze vragen en ontdek je stap voor stap hoe je succesvol je eigen sugar snaps teelt – van zaadje tot oogst.
Ben je benieuwd naar een betrouwbaar ras om mee te starten? Bekijk dan de sugar snap zaden , waaronder de populaire variëteit Ambrosia, bekend om zijn zoete smaak en hoge opbrengst.
Inhoudsopgave
Sugar snaps zaaien: wanneer en hoe?
Het succes van je teelt begint bij het juiste zaaimoment. Je kunt sugar snaps zaaien van maart tot juni, afhankelijk van het weer. In een kas of serre kun je al starten vanaf februari. Voor een vroege oogst kun je ook binnenshuis voorzaaien en de plantjes later uitplanten.
Zaai de zaden 3 tot 5 centimeter diep in losse, vochtige grond. Houd ongeveer 5 centimeter afstand tussen de zaden en 40 centimeter tussen de rijen. Sugar snaps kiemen het best bij temperaturen tussen de 10 en 15 graden. Binnen 10 tot 14 dagen komen de eerste sprietjes tevoorschijn.
Zaai je in potten of bakken, kies dan een diepe pot (minimaal 25 centimeter) en zorg voor een goede afwatering. Je kunt de zaden ook een nachtje laten voorweken in lauwwarm water om de kieming te versnellen. Houd de grond tijdens de groei steeds licht vochtig, maar voorkom dat de wortels in het water staan.
💡 Wist je dat sugar snaps een kruising zijn tussen doperwten en peulen? Al worden ze nog vaak verward met peultjes.
- Zadenhof
Standplaats en bodem
Sugar snaps houden van een zonnige tot halfschaduwrijke plek. Ze groeien het best in een luchtige, goed doorlatende bodem die rijk is aan organisch materiaal. Een grond met te veel vocht kan wortelrot veroorzaken, dus een verhoogd bed of goed gedraineerde plek is ideaal.
Voor het zaaien kun je de grond verrijken met compost of een organische meststof. Zo geef je de planten een gezonde start en stimuleer je een gelijkmatige groei. In pot of bak kun je het beste biologische potgrond gebruiken, gemengd met wat zand voor extra luchtigheid.
Omdat sugar snaps klimplanten zijn, is een rek of gaas als ondersteuning aan te raden. Zo groeien de planten recht omhoog, blijven de peulen schoon en kun je gemakkelijker oogsten.

Verzorging van sugar snaps
Als je sugar snaps eenmaal goed hebt gezaaid, is de verzorging gelukkig eenvoudig. De planten zijn sterk en groeien snel, zolang ze voldoende water, licht en steun krijgen. Geef regelmatig water, vooral tijdens droge periodes, zodat de grond vochtig blijft maar niet drassig wordt. Een mulchlaag van stro of gras helpt om het vocht beter vast te houden.
Omdat sugar snaps klimplanten zijn, hebben ze steun nodig tijdens het groeien. Plaats bamboestokken, een klimrek of gaas langs de rijen zodra de planten ongeveer 10 centimeter hoog zijn. Zo voorkom je dat ze omvallen en stimuleer je een luchtige groei, wat schimmelziekten helpt voorkomen.
Houd het bed vrij van onkruid, zodat de wortels niet worden verdrongen. Geef wekelijks een beetje vloeibare organische mest of compostthee voor een gezonde groei en een rijke oogst. Vermijd echter te veel stikstofrijke mest, want dat zorgt voor veel bladgroei maar minder peulen.
In potten of bakken is de verzorging vergelijkbaar. Zorg dat het water goed kan weglopen en geef wat vaker water dan in de volle grond, omdat de aarde sneller uitdroogt. Zet je pot op een plek met minstens zes uur zon per dag voor de beste oogst.
Oogsten en bewaren
Na ongeveer acht tot tien weken kun je de eerste sugar snaps oogsten. De peulen zijn oogstrijp zodra ze stevig aanvoelen maar nog plat zijn, met kleine erwtjes zichtbaar binnenin. Oogst regelmatig, liefst om de paar dagen – hoe vaker je plukt, hoe meer nieuwe peulen de plant aanmaakt.
Gebruik beide handen bij het plukken: houd de plant vast en trek de peul voorzichtig los om de ranken niet te beschadigen. Laat te dikke of te rijpe peulen niet te lang hangen, want dat kan de groei van nieuwe remmen.
Verse sugar snaps blijven in de koelkast ongeveer drie tot vijf dagen goed. Wil je ze langer bewaren? Blancheer de peulen kort in kokend water (1–2 minuten), spoel ze af met koud water en vries ze daarna in. Zo blijven ze maandenlang knapperig en smaakvol.
De smaak is op z’n best als je sugar snaps dezelfde dag eet waarop je ze oogst. Rechtstreeks uit de tuin zijn ze heerlijk zoet, knapperig en vol van smaak – een echte traktatie voor iedere moestuinier.
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Veelvoorkomende problemen bij sugar snaps
Sugar snaps zijn over het algemeen sterke planten, maar zoals bij elke peulvrucht kunnen er onderweg wat uitdagingen ontstaan. Met de juiste verzorging en preventie voorkom je de meeste problemen eenvoudig.
- Bladluizen – deze kleine insecten zuigen sap uit jonge scheuten. Spoel ze weg met een zachte waterstraal of gebruik een natuurlijke zeepoplossing.
- Meeldauw – herkenbaar aan een witte waas op de bladeren. Dit ontstaat vooral bij warm, vochtig weer. Zorg voor een luchtige standplaats en geef water bij de wortel, niet op het blad.
- Wortelrot – veroorzaakt door te natte grond. Zorg voor een goed gedraineerde bodem en vermijd overbewatering.
- Te weinig peulen – vaak het gevolg van te weinig zon of onregelmatig water geven. Zet de planten op een zonnige plek en houd de grond gelijkmatig vochtig.
- Slakken – jonge zaailingen zijn een lekkernij voor slakken. Gebruik natuurlijke barrières zoals kopertape of schelpen, of zet jonge plantjes in potten tot ze sterker zijn.
Door regelmatig te controleren en goed te verzorgen, houd je je planten gezond en kun je rekenen op een lange en rijke oogstperiode van zoete, knapperige sugar snaps.
Veelgestelde vragen
Wanneer kun je sugar snaps zaaien?
Wanneer kun je sugar snaps zaaien?
Sugar snaps zaai je vanaf maart tot juni in de volle grond. In een kas of serre kun je al vanaf februari starten voor een vroege oogst. Voorzaaien kan binnenshuis in potjes zodat de jonge planten sterker zijn bij het uitplanten.
Kun je sugar snaps in pot kweken?
Kun je sugar snaps in pot kweken?
Ja, sugar snaps doen het uitstekend in potten of bakken, mits ze diep genoeg zijn (minimaal 25 cm) en de grond goed draineert. Plaats een klimrek of gaas zodat de planten omhoog kunnen groeien.
Hoe hoog worden sugar snaps?
Hoe hoog worden sugar snaps?
De meeste rassen groeien tussen de 120 en 150 cm hoog. Geef ze dus voldoende ruimte en steun om rechtop te blijven staan, vooral bij winderig weer.
Hoe weet je wanneer sugar snaps oogstrijp zijn?
Hoe weet je wanneer sugar snaps oogstrijp zijn?
De peulen zijn oogstklaar zodra ze stevig aanvoelen en kleine erwtjes zichtbaar zijn aan de binnenkant. Wacht niet te lang met oogsten, want oudere peulen worden snel stugger en minder zoet.
Hebben sugar snaps veel zon nodig?
Hebben sugar snaps veel zon nodig?
Ja, sugar snaps groeien het best op een zonnige plek. Hoe meer zon, hoe zoeter de smaak en hoe groter de oogst. In halfschaduw groeien ze ook, maar iets trager.
Populaire sugar snapzaden
Deel deze zaaigids